Het is een tijdje stil geweest rond de verrekening van de MIP bij het afhandelen van de restschade voor een veteraan vs. Defensie. Dat betekent niet dat er niets gebeurd is. Sterker: er is best veel gebeurt.
Allereerst lijkt er best wat onrust te zijn rond dit onderwerp bij verschillende betrokken partijen. Dat is al een resultaat op zich. Onrust zorgt voor beweging. De MIP-verrekening is aan alle tafels een onderwerp van gesprek. Hoe die gesprekken precies verlopen, dat weet ik niet, maar vanuit Mijn Eigen InlichtingenDienst (MEID) hoor ik dat er veel gebeurt.
Commissie van Advies Volledige Schadevergoeding (CAVS)
Voor zover bekend, is een verzoek aan de Commissie van Advies Volledige Schadevergoeding in voorbereiding waarin de commissie gevraagd wordt of de MIP-verrekening wel juist is. Een aantal argumenten die in een eerder artikel genoemd zijn, worden daarin meegenomen. Een uitspraak van deze commissie is helpend, maar het is een advies aan de Minister van Defensie. Deze heeft de mogelijkheid om dit advies naast zich neer te leggen. Een mooie stap dus, maar het geeft geen definitieve zekerheid.
Verzoek formeel standpunt Defensie over MIP-verrekening
Gelukkig loopt er nog een andere haas. Ik heb gevraagd om een expliciete uitspraak van het Ministerie van Defensie dat zij voornemens zijn om de MIP te gaan verrekenen zodra er een berekening gemaakt is. De eerste keer dat ik dit gevraagd heb is op 26 juli 2023. Vanwege vakanties duurde het even voor alle contactpersonen weer terug waren, dus duurde het even. Op 25 oktober en 4 november heb ik daarom even een reminder gestuurd.
Op 9 november 2023 kreeg ik een reactie met verwijzing naar een advies van de CAVS en jurisprudentie waaruit zou blijken dat de verrekening volledig terecht zou zijn. Deze heb ik binnen vijf uur beantwoord en weerlegd. De aangevoerde argumentatie ging nergens over en had geen betrekking op mijn situatie. In deze mail heb ik aangegeven dat ik een formeel besluit wens rond de verrekening van de MIP zoals genoemd in artikel 1:3 van het Awb (Algemene wet bestuur). Omdat het een verzoek voor een besluit is aan een overheid, is een beslistermijn van acht weken gangbaar.
Op 8 december ontving ik een bericht dat het Ministerie van Defensie nog steeds vindt dat de MIP verrekend moet worden, maar omdat een besluit een duidelijke afweging moet bevatten, kon ik deze niet accepteren. Via de Landsadvocaat werd mij te kennen gegeven dat het nu eenmaal zo is dat dit mag. En…. Dat Defensie geen formeel besluit zal nemen. Grappig is dat ze al aangeven dat er een verzoek bij het CAVS lag rond dit onderwerp terwijl dit helemaal niet het geval is. Een gevalletje dat eigenlijk wel bij de deken neergelegd kon worden, maar je moet mensen hun fouten laten maken.
Ik heb even tijd genomen en op 15 december aangegeven dat een verzoek voor het meedelen van een besluit niet optioneel is. Tevens heb ik gemeld dat op basis van deze werkwijze Defensie tot 4 januari 2024 de tijd heeft om een besluit te nemen. Ik heb nog maar eens herhaald dat ik de MIP-verrekening wil voorleggen aan de rechter en dat als er geen beslissing genomen wordt dit als minachting gezien kan worden.
Ingebrekestelling
Op 5 januari 2024 heb ik een Ingebrekestelling gestuurd aan de Landsadvocaat (zij vertegenwoordigen defensie) met de mededeling dat ik ze 14 dagen extra gaf voor het nemen van een besluit. Indien ze dit niet binnen die termijn doen, gaat de wettelijke dwangsom in. De Deadline is dus 19 januari. Teleurstellend die dag, er was geen reactie. Maar op zich een leuk weekend gehad.
Op 24 januari 2024 ontving ik alsnog een mail. Mijn mail was schijnbaar wel binnengekomen, maar niet gelezen. Wederom een verwijzing naar zogenaamde jurisprudentie waaruit zou blijken dat de MIP-verrekening volkomen logisch is. Daarnaast een poging om mijn verzoek te verplaatsen naar het Burgerlijk Wetboek, een privaatrechtelijke rechtsverhouding en niet een Awb-besluit omdat een publiekrechtelijke handeling daarvoor vereist is. Grappig omdat mijn verzoek te maken heeft met de overheid en niet met het bedrijfsleven. Schijnbaar heeft de Landsadvocaat dit niet helemaal helder.
Wat is nu het vervolg?
De reacties van de Landsadvocaat voldoen niet aan de eisen waaraan een besluit volgens het Awb moet voldoen. Natuurlijk kan op basis daarvan een procedure gestart worden, maar dan is er een risico dat een rechter aangeeft dat de stelling niet formeel genoeg is. Dat wil ik voorkomen. Beter een stap extra dan een stap gemist.
Dus bereid ik nu een kort geding voor. In dit kort geding verzoek ik de rechter om het Ministerie van Defensie te sommeren een formeel besluit te nemen dat zij de MIP verrekenen in het geval van de afhandeling van schade. Daarnaast bekrachtig ik de dwangsom zoals deze wettelijk is bepaald. Dit is echter maximaal € 1442,=. Dat doet een Ministerie geen pijn. Ik zal daarom verzoeken om een aanvullende dwangsom waarbij ik de dwangsom van het COA rond Ter Apel aan zal houden. Dat betekent dat er per dag dat er geen besluit is meegedeeld door het Ministerie van Defensie een aanvullende dwangsom van € 15.000,-= wordt geëist met een maximum van € 1,5 miljoen.
Belanghebbenden
Dit is een leuk begrip. Een belanghebbende is iemand die een belang heeft. Alleen belanghebbenden, in de zin van artikel 1:2 Algemene wet bestuursrecht (Awb), kunnen namelijk opkomen tegen besluiten van bestuursorganen. Volgens artikel 1:2 lid 1 Awb wordt onder belanghebbende verstaan: “degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken”. Dit is in dit geval degene die het Kort Geding gaat aanspannen. Dat is dezelfde persoon die het besluit meegedeeld heeft gekregen (of zoals in dit geval de weigering om een besluit te nemen).
Er bestaan echter ook derdebelanghebbenden. Dat zijn dus belanghebbenden die niet direct een besluit hebben meegedeeld gekregen, maar wel een belang hebben bij het besluit. Om te bepalen of iemand belanghebbende is de OPERA criteria ontwikkeld. Dit zijn er vijf:
- Objectief bepaalbaar belang: u mag niet enkel een subjectief belang hebben.
- Persoonlijk belang: u moet zich voldoende kunnen onderscheiden van willekeurige anderen.
- Eigen belang: u moet opkomen voor het belang van uzelf en niet dat van een ander.
- Rechtstreeks belang: er mag in beginsel geen sprake zijn van een afgeleid belang (bijvoorbeeld op grond van een contractuele relatie), tenzij het gaat om een tegengesteld belang.
- Actueel belang: uw belang mag niet enkel zijn gebaseerd op toekomstige of onzekere gebeurtenissen.
Feitelijk is elke veteraan die schade heeft geleden en deze schade wil of heeft geregeld met het Ministerie van Defensie derdebelanghebbende bij een duidelijk gemotiveerd besluit rond het verrekenen van de MIP.
Aanmelden als derdebelanghebbende
Meld je dus aan via info@mijnschaderegeling.nl. Ik stuur je dan een formulier toe dat je kan invullen. Als je deze dan terugstuurt zet ik je op de lijst van belanghebbenden die ik indien gelijk met het Kort Geding.
Op dat formulier worden de volgende gegevens gevraagd:
- Naam en voorletters
- Adres
- Geboortedatum
- Wil wel/niet gebruik maken van spreekrecht
In principe heeft iedere belanghebbende recht om gehoord te worden. Natuurlijk hoop ik dat heel veel veteranen zich melden, maar als er straks 100 veteranen allemaal iets moeten zeggen, dan roept dat irritatie op. Als je dus aangeeft dat je geen gebruik wil maken van spreekrecht, dan sluit je als ware aan op mijn verhaal. Maar, mocht je zelf ook graag wat tegen de rechter willen zeggen, of het misschien helemaal niet eens zijn met mij en dat willen vertellen, dan geef gerust aan dat je wel wil spreken.
De rechter beoordeeld uiteindelijk of je wel of geen derdebelanghebbende bent. Dat ligt buiten mijn macht.
Kom ook naar de zitting
Tot slot. Kom naar de zitting. Hoe meer mensen komen, hoe duidelijker wordt dat het belangrijk gevonden wordt. Hou er wel rekening mee dat de zitting waarschijnlijk in Almelo of Zwolle gaat plaatsvinden. Maar geloof mij, daar is het goed vertoeven.
Ik hou jullie op de hoogte.
Is dit alleen voor veteranen of ook voor dienstslachtoffers zonder veteranen status maar wel mip.
Iemand is belanghebbende als hij of zij een MIP heeft en zijn restschade wil of heeft verrekend.