Geachte heer,
Op vrijdag 30 september hebben wij elkaar gesproken bij ons op kantoor. Ik wil u nogmaals bedanken dat u voor dit gesprek vanuit uw woonplaats deze kant op bent gereisd. Graag kom ik via deze e-mail nog bij u terug op dit gesprek.
Mijn collega was ook aanwezig bij het gesprek. Wij verkeerden die ochtend in de veronderstelling dat wij met u zouden gaan praten over de afhandeling van de door u geleden schade als gevolg van de PTSS. Tot voor kort werd u daarin bijgestaan door uw advocaat. U heeft onlangs de samenwerking met hem verbroken, op het moment dat we, uw advocaat namens u en ik namens Defensie, de uitgangspunten waren overeengekomen voor de berekening van de schadeposten verlies aan verdienvermogen, pensioenschade, huishoudelijke hulp en zelfredzaamheid en een vergoeding voor (extra kosten) gas/water/licht.
U gaf in het gesprek meteen aan dat u een ander soort gesprek wilde voeren. U lichtte toe dat het u het schadeafwikkelingsproces was gestart, niet om daadwerkelijk uw schade te laten berekenen, maar om te ervaren hoe dit schadeafwikkelingsproces in zijn werk ging. U had gemerkt dat onder andere veteranen onvrede bestond over het proces en over de uiteindelijk uitgekeerde schadevergoeding. Om die onvrede te kunnen duiden, wilde u het zelf meemaken om op die manier de problemen bij de schadeafwikkeling zelf te kunnen identificeren. Het bespreken van deze problemen was voor u de insteek van het gesprek.
Wij hebben daar uitgebreid over gesproken. We hebben ook met elkaar geconcludeerd dat mijn collega en ik op dat moment niet bij machte waren om die problemen op te lossen. Mijn collega en ik gaven aan dat het bij de behandeling van de schadedossiers onze intentie is om een schaderegeling overeen te komen die redelijk is voor de betrokken veteraan. Het betreurt ons dat die intentie niet altijd goed overkomt, en zijn daar ook niet goed van op de hoogte. Wij gaan uit van de berichten die wij ontvangen van de belangenbehartiger van de veteraan. Ook gaan wij ervan uit dat de betrokken veteraan achter die berichten (en voorstellen) staat. Als dat niet zo is, en niet zo wordt aangegeven, dan zijn wij daar niet van op de hoogte.
Wat ik heb meegenomen uit het gesprek is dat u heeft ervaren dat u als veteraan teveel op afstand staat van het proces. Het schadeafwikkelingsproces begint weliswaar met een huisbezoek aan de veteraan, maar daarna verlopen de contacten enkel tussen de belangenbehartigers en de behandelaar bij Defensie. Defensie onderkent het belang van goed overleg en contact met de veteraan. Om die reden heeft Defensie medio 2020 via een pilot getracht om met diverse belangenbehartigers, waaronder uw advocaat, tot een schadeafwikkelingproces te komen waarin het onderling overleg en het contact met de veteraan meer centraal stond. Vanuit de belangenbehartigers is echter aangegeven dat de veteranendossiers zich hiervoor niet lenen en dat dit te belastend zou zijn voor de veteraan. Uw bevindingen zullen wij terugkoppelen aan Defensie. Wellicht zou op een bepaald moment tijdens het schadeafwikkelingsproces een (nieuw) contactmoment kunnen worden georganiseerd, bijvoorbeeld na het overeenkomen van de uitgangspunten voor de schadeberekening.
Verder gaf u aan dat de inhoud of toonzetting van (onze) brieven namens Defensie als onnodig kwetsend of grievend kan worden ervaren. Ook dit punt nemen wij serieus, trekken wij ons aan en nemen wij mee. In onze brieven zullen wij er (meer) rekening mee houden dat deze (rechtstreeks) worden doorgestuurd aan de betrokken veteraan. Wij willen voorkomen dat de brieven een te juridische toonzetting hebben, die te weinig recht doet aan de situatie waarin de veteraan verkeert.
Ik heb u aan het einde van het gesprek gevraagd wat u nog van ons verwacht met betrekking tot uw dossier. U heeft mij gezegd dat wij het dossier (voor nu) kunnen sluiten. Uw schade wenst u vergoed te zien, maar u wilt zich eerst ervoor inzetten dat het schadeafwikkelingsproces verandert. Ik heb u in dat kader verwezen naar de Veteranenombudsman en de Militaire Balie.
Ik wens u hiermee veel succes. Mocht u nog de behoefte hebben aan een (nader) overleg, dan ben ik daar uiteraard toe bereid.